Bij beleggen wordt de term alfa gebruikt voor het vermogen van een strategie om een markt te verslaan. Het wordt daarom ook wel gezien als ‘excess return’, het abnormale rendement boven het marktrendement (beta), uiteraard gecorrigeerd voor risico. Het uitgangspunt is dat financiële markten efficiënt zijn en dat er dus geen manier is om systematisch meer rendement te halen dat het rendement van de markt overstijgt. Het probleem met financiële markten is dat markten weliswaar efficiënt zijn, maar de marktparticipanten bepaald niet. Dat komt omdat mensen wel rationeel beslissingen kunnen nemen, maar zich toch vaak verleiden tot meer intuïtieve besluiten. Het probleem is dat beleggers niet altijd goed over een besluit nadenken, na alle bekende informatie tot zich te hebben genomen. Er wordt met enige regelmatig op gevoel gehandeld. Wanneer er echter wel goed over wordt nagedacht dan komt ook het ondernemersrendement in beeld.
Beta, risicofactoren en alfa
Op basis van onderzoek zijn er verschillende risicofactoren die wel extra rendement opleveren ten opzichte van de markt. Veel actieve fondsen maken daar al langere tijd gebruik van. Zo zijn er fondsen die op lange termijn de markt hebben verslagen door de nadruk te leggen op goedkope (value) en op relatief kleine bedrijven (size). Op het moment dat er echter een verklaring wordt gegeven voor dit abnormale rendement dan is het daarna geen alfa meer, maar beta. Er zijn wel mensen die stellen dat alfa niet veel meer is dan nog niet gedefinieerde beta. Op de beurs is ‘timing’ feitelijk de enige overgebleven bron van alfa, simpelweg dus laag kopen, hoog verkopen.
Timing is op de beurs enige bron van alfa
Kopen en verkopen zijn voor beleggers op de beurs ook de enige manier om invloed uit te oefenen op het rendement. Op de aandelenmarkt spelen aandeelhouders geen enkele rol bij het besturen van de onderneming. Een onderneming moet op de beurs wel aan steeds meer en ook steeds zwaardere eisen voldoen, maar dit vele werk draagt niet bij aan extra rendement. Het contrast met private equity is groot. In private markten is er een veel grotere betrokkenheid van de investeerder. Er is geen private equity fonds dat een bedrijf koopt omdat het een zwaar gewicht heeft in de index, of om een onderwogen positie in aan te houden. Bedrijven worden gekocht omdat de Private Equity sponsor gelooft dat er waarde kan worden toegevoegd.
Ondernemersrendement buiten de beurs
De toegevoegde waarde van een private equity beheerder mag gerust gelijk worden gesteld met reguliere alfa, alleen wordt dan meteen duidelijk dat de mogelijkheden om alfa te genereren buiten de beurs veel groter zijn dan op de beurs. Dit is natuurlijk vaak ook in de praktijk zichtbaar. Ondernemers zijn gewend om veel hogere rendementen te realiseren dan het rendement op de beurs. Daarbij moet wel bedacht worden dat ondernemers tot wel 80 uur in de week werken in eindeloze 7-daagse werkweken, met voortdurende zorgen over medewerkers, klanten en toeleveranciers. Vergeleken daarmee is beleggen op de beurs niet veel meer dan een wandeling in het park.
Grote spreiding rendementen
Nu is het niet zo dat ondernemers altijd meer rendement halen dan op de beurs. Wat succesvolle ondernemers wel eens vergeten is dat er ook veel niet succesvolle ondernemers zijn en die drukken het totale rendement. De kunst is om de succesvolle ondernemers te vinden. De verschillen in de praktijk zijn groot. Er zitten grote verschillen tussen de best presterende ondernemers en de slechtst presteren de ondernemers. Dat verklaart ook waarom de dispersie bij private equity vele malen groter is dan op de aandelenmarkt. Tegelijkertijd is het wel mogelijk om structureel de best presterende fondsen te selecteren. Wie daarin slaagt krijgt in Private Equity beduidend meer alfa dan op de aandelenmarkt.
Het ondernemersrendement
Deze alfa is feitelijk ondernemersrendement. Private equity huizen zijn in de eerste plaats grote HR-bedrijven die de juiste man of vrouw op de juiste plek proberen te krijgen. Veel van die mensen zijn ook veel eenvoudiger te verleiden door ze mede-eigenaar te maken en daarvoor ook te vergoeden. Het belang van beheerder/ondernemer staat daardoor gelijk aan het belang van de investeerder. Deze ‘ondernemer’ heeft ook veel meer mogelijkheden om doelen te bereiken dan de professionele ‘belegger’ op de beurs. Onderdelen kunnen worden gekocht of verkocht, de balans kan worden geoptimaliseerd evenals de bedrijfsvoering. De marktpositionering en marketing spelen een belangrijke rol en zaken als digitale transformatie en de energietransitie worden fluitend meegenomen.
Vergeleken daarmee zijn de mogelijkheden van beleggers op de beurs zeer beperkt. Die kunnen alleen stemmen met hun voeten door te verkopen. Dit is één van de belangrijkste verklaringen waarom private equity beter rendeert dan aandelen op de beurs. De juist ondernemers worden geselecteerd, waarbij de juist prikkels zorgen voor de alfa.