november 5, 2022
Alles in de wereld bestaat uit energie en in dat opzicht bestaat ook de economie uit niets anders dan energie. Het is ook niet zo vreemd dat na de uitvinding van de stoommachine de economische groei in de wereld als het ware explodeerde. Energie is waar de huidige samenleving op drijft. In de ontwikkelde landen groeit het verbruik van energie de afgelopen decennia nauwelijks. Het effect van de toenemende welvaart wordt gecompenseerd door het steeds efficiënter omgaan met energie. Dat geldt niet voor veel minder ontwikkelde landen. Die zitten soms nog in het overgangsproces van het stoken op hout naar het gebruik van fossiele brandstoffen, al slaat men steeds vaker die stap over en schakelt men van hout over naar alternatieve vormen van energie. De vraag naar fossiele brandstoffen in de komende 25 tot 30 jaar met 25 procent groeien, in lijn met de groei van de wereldbevolking.
Bedenk wel dat driekwart van de wereldbevolking niet de luxe kent van een energietransitie. Die kan het zich voorlopig niet veroorloven. Arme mensen gaan vooral meer energie consumeren als ze opklimmen tot de middenklasse. Zie bijvoorbeeld het autobezit. De gemiddelde Amerikaan bezit 0,71 auto en de gemiddelde Europeaan 0,52. In Azië is dat 0,14 auto en in Afrika 0,05 auto. Het is een illusie om te denken dat deze laatste twee regio’s niet naar het niveau van Europa of de Verenigde Staten zouden willen. Wie gaat ze tegenhouden?
Het verbruik van energie draait nog altijd om fossiele brandstoffen. We hebben er 150 jaar over gedaan om 100 miljoen vaten olie per dag te produceren en te consumeren en zo’n infrastructuur is niet opeens te vervangen. De Europese Unie kan ambitieus aankondigen dat fossiel aangedreven auto’s over iets meer dan 10 jaar niet meer mogen worden verkocht in Europa, maar het alternatief van een elektrisch aangedreven auto kampt in deze transitie al snel met een groot tekort aan verschillende metalen. Gemiddeld duurt het zeven tot tien jaar tussen een investeringsbeslissing en de uiteindelijke productie vanuit verschillende mijnen. Wie over tien jaar zo’n beetje alles elektrisch wil laten rijden, mag nu wel beginnen met het fors investeren in nieuwe mijnen om dit mogelijk te maken. Het tegenovergestelde is het geval, er wordt juist minder geïnvesteerd.
Er is op papier veel steun om de uitstoot van CO2 zo snel mogelijk terug te brengen naar nul, maar op het moment dat dit ten koste gaat van het energieverbruik valt die steun snel weg. Het is net als de protesten tegen globalisering, elke week lopen diezelfde mensen met twee boodschappentassen vol met geglobaliseerde producten de supermarkt uit. Naar aanleiding van de inval in de Oekraïne werd bovendien duidelijk dat het onverstandig is om twee oorlogen tegelijk te voeren. De oorlog tegen de Russen wint het van de oorlog tegen de klimaatcrisis. Aardgas, kernenergie en zelfs steenkool waren in verband met het dreigende energietekort al weer snel door klimaatpaus Timmermans geaccepteerd, waarbij er volop gelobbyd werd om al deze vormen van energie onder de duurzame vlag van de Europese Unie te krijgen.
Tegenover de stijgende vraag naar energie, ook naar energie uit fossiele brandstoffen staat opmerkelijk genoeg een krimpend aanbod. Nu is er genoeg olie in de wereld, maar voor wat betreft exploratie is het laaghangend fruit inmiddels wel geplukt. Het zal steeds duurder worden om olie te winnen. Er zijn drie belangrijke producenten in de wereld: Saoedi-Arabië, Rusland en de Verenigde Staten. Veruit de goedkoopst te produceren olie komt nog altijd van het Arabisch schiereiland, maar men begint wel tegen de limiet aan te lopen. Recent heeft OPEC de productie met 2 miljoen vaten per dag gereduceerd, maar daarvoor waren er al groeiende twijfels of OPEC (lees Saoedi-Arabië) nog wel 2 miljoen vaten extra zou kunnen produceren.
Ook de Russische olieproductie is gedoemd om snel te dalen. Zie het voorbeeld van Venezuela waar de olieproductie daalde van 4 miljoen vaten per dag naar 500.000 vaten per dag. De enige reden was het vertrek van de buitenlandse oliemaatschappijen. Zonder westerse technologie van Schlumberger en Halliburton valt in Rusland de olieproductie wellicht nog sneller terug dan in Venezuela. De harde Russische winter heeft immers weinig respect voor westerse onderdelen. Daarnaast sturen in de Verenigde Staten aandeelhouders aan op rendement in de vorm van dividend en inkoop eigen aandelen. Herinvesteren wordt ontmoedigd.
Investeren in nieuwe productie is ook snel duurder geworden. Ook daar is het moeilijk om personeel te vinden, krediet is voor de fossiele industrie afgelopen jaren fors duurder geworden. Op basis van de bewezen reserves zal olie en gas in ongeveer 50 jaar op zijn. Natuurlijk zit er veel meer in de grond, maar dat zal niet goedkoper zijn om het te winnen. Een alternatief is kernenergie. Frankrijk ging in 20 jaar (tot 1997) van 2 procent kernenergie naar 70 procent kernenergie, dat was pas goed voor de klimaatcrisis. Zo’n transitie met zonnepanelen of windmolens in dezelfde tijd is gelet op de vereiste metalen onmogelijk. Bovendien gebruikten de Fransen oudere en daarmee duurdere technologie. De moderne kerncentrales zijn goedkoper en veiliger.
Energie weegt nu voor zo’n 5 procent mee in de S&P 500. De vijf grootste tech-aandelen omvatten maar liefst 22 procent (na afgelopen weken 21 procent) van de S&P 500. Bovendien is er een sterke analogie van de FAAMG met de Nifty Fifty. Sterke bedrijven die te duur zijn geworden, onder andere omdat iedereen ze in portefeuille wil hebben. Het komt in de geschiedenis eigenlijk niet voor dat de winnaars van gisteren ook weer de winnaars van de toekomst zijn. Gelet op de fundamentele vooruitzichten en de nog altijd lage waardering heeft energie goede kansen om in 2030 tot de nieuwe winnaars te behoren.
Abonneer op deze nieuwsbrief via www.aureus.eu/nieuwsbrief
Voor tussentijdse updates, volg Auréus op Linkedin
De besluiten van het Macrocomité van Auréus worden gebruikt voor de invulling van de Actieve portefeuille. In deze portefeuille worden aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen over- of onderwogen en kunnen er actieve keuzes worden gemaakt voor bepaalde sectoren, regio’s, obligaties, looptijden ect. Risicobeperking is een belangrijk onderdeel van de Actieve portefeuille. De Markt/Factor portefeuille wijkt slechts beperkt af van de index (MSCI ACWI IMI). Er is sprake van een structurele allocatie naar vijf factoren om de factorpremie op lange termijn te innen. Daarom worden keuzes van het Macrocomité niet meegenomen. Wel wordt er geherbalanceerd wanneer het portefeuillegewicht 10 procent afwijkt van de neutrale allocatie. De SRI-Impact-portefeuille heeft een focus op duurzame en impactvolle beleggingen/bedrijven, de benchmark voor deze portefeuille is de MSCI ACWI SRI. Om een kern van duurzame SRI-fondsen bevinden zich 6 impactsatellieten. Keuzes gemaakt in het Macrocomité worden voor zover relevant meegenomen in de SRI-Impact-portefeuille. Voor de Individuele Aandelenportefeuille maken wij gebruik van de research en beleggingsfilosofie van Financiële Diensten Amsterdam (FDA). Deze op groei- en kwaliteitsaandelen gerichte research/strategie heeft een allocatie naar Europese en Amerikaanse aandelen. Het doel is de outperformance van de benchmark (MSCI World). Keuzes gemaakt in het Macrocomité ten aanzien van over- of onderwegen van aandelen en obligaties worden meegenomen voor de allocatie in de Individuele Aandelenportefeuille, voor de regio- en de sectorverdeling volgen wij de research van FDA.
Auréus streeft er naar om correcte en actuele informatie te verstrekken afkomstig van betrouwbare bronnen, maar kan de juistheid en volledigheid van de informatie in deze publicatie niet garanderen. Aan deze publicatie kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Auréus aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige directe of gevolgschade voortvloeiende uit het gebruik van deze publicatie of de inhoud ervan. Deze publicatie is niet bedoeld als een aanbod of verzoek tot aan- of verkoop van een financieel instrument en moet evenmin worden beschouwd als een persoonlijk beleggingsadvies, aangezien de inhoud van deze publicatie niet is toegesneden op de individuele (financiële) situatie en doelstellingen van beleggers. Potentiële beleggers worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan beleggen financiële risico’s zijn verbonden. Zij dienen dan ook goed kennis te nemen van de inhoud van relevante informatie over desbetreffende belegging (prospectus, informatiememorandum, essentiële beleggersinformatie, essentiële-informatiedocument etc.) en worden geadviseerd onafhankelijk advies in te winnen om zich een goed oordeel te kunnen vormen over die risico’s en/of deze risico’s passen in/bij hun beleggingsdoelstellingen, financiële situatie, risicoprofiel en risico acceptatie. De waarde van een belegging kan fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers bij verkoop of beëindiging van hun belegging minder terugkrijgen dan hun inleg. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Meer tegenwind. De rugwind van de coronagelden, dalende werkloosheid en investerende overheden wordt volgend jaar een tegenwind.
Meer lezenImpact UAW-staking. De stakingen bij de drie grootste Amerikaanse autoproducenten hebben mogelijk grote gevolgen gezien de onzekere toekomst.
Meer lezenKoersreacties aandelenadviezen. Indexbeleggen, flitshandel en het viraal gaan zorgt voor grotere koersuitslagen na adviezen van analisten
Meer lezenNieuwe prioriteiten in het post-Corona tijdperk
De versnellende IT-revolutie
De kracht van het verhaal
Oplossingen voor diverse crises met duurzame thema's
In de Auréus podcast van Auréus verkennen we de wereld van beleggen op de beurs, investeren in vastgoe
Plan een oriënterend telefoongesprek