april 23, 2023
Er is niet één soort ruwe olie, er zijn wel meer dan 30 soorten. Dat komt door verschillen in kwaliteit van de olie en door de plaats waar de olie wordt geproduceerd. De kwaliteit wordt bepaald door het zwavelgehalte en de dichtheid van de olie. Niet elke olie heeft dezelfde prijs. Zo zijn er altijd wel prijsverschillen geweest tussen West Texas Intermediate Blend en Brent Blend (het Brent-veld is al enige tijd gesloten, maar dat terzijde). Dat verschil liep enkele jaren geleden fors op toen er in het noorden van de Verenigde Staten opeens veel meer werd geproduceerd, maar de pijpleidingen het simpelweg niet konden vervoeren. De grote bottleneck was Cushing, Oklahoma. Ooit stonden daar meer dan 50 raffinaderijen, maar tegenwoordig is het een knooppunt van pijpleidingen met daaraan vast de Shell pipeline terminal waarin 1,5 miljoen vaten kunnen worden opgeslagen. In 2020 werd er zoveel olie aangeboden en werd de opslag zo duur dat oliefutures zelfs even negatief noteerden. Op dit moment zitten er weer grote verschillen in verschillende olieprijzen en die worden veroorzaakt door de sancties tegen Rusland. Landen als China en India betalen 30 procent minder voor ruwe olie dan West-Europese landen. Waar olie hier wellicht 80 dollar per vat kost, betalen de Chinezen 400 Renminbi en de Indiërs 4900 Roepi. Naast het prijsvoordeel, kunnen deze landen ook in de eigen munt betalen. Rusland heeft toch niets aan dollars. Het is dus lastig concurreren voor bedrijven uit Europa wanneer olie een belangrijke kostencomponent is. India en China hebben economisch de wind in de rug.
De olieprijs is sinds dat dieptepunt van 2020 sterk hersteld. Het beste om een olieprijs omhoog te krijgen is dan ook een lage olieprijs. Op dat moment wordt er immers niet meer geïnvesteerd en de varkenscycli in olie zijn lang, soms wel 7 tot 10 jaar. Het bijzondere is dat het herstel van de olieprijs niet werd gevolgd door het herstel van de investeringen. Dat is al vele jaren gaande en daardoor stijgt het aanbod van olie minder snel dan zou moeten. Daarvoor zijn verschillende oorzaken, maar duurzaamheid heeft er toch wel een belangrijke rol in gespeeld. Centrale en commerciële banken willen oliemaatschappijen geen krediet meer verlenen, er wordt volop gedemonstreerd voor de deur, afgestudeerden kiezen steeds minder vaak voor een oliemaatschappij, aandeelhouders zien liever inkoop van eigen aandelen of dividend in plaats van nieuwe investeringen en als dat allemaal niet lukt dan is er altijd wel een rechter die aangeeft dat de productie omlaag moet. Doordat veel beleggers ook afscheid hebben genomen van oliemaatschappijen, zijn er maar weinig bedrijven in de wereld die zo laag zijn gewaardeerd. Sommige oliemaatschappijen zijn gewaardeerd op drie keer de kasstroom. Dat betekent dat zo’n bedrijf zichzelf in drie jaar volledig van de beurs zou kunnen halen. Niet zo vreemd dat Warren Buffett volop investeert in olie. We zullen nog vele decennia moeten doen met olie. De vraag groeit met de vraag van de wereldeconomie. Dit jaar zal de vraag oplopen naar een record van 103 miljoen vaten per dag. Tot dusver heeft alternatieve energie slechts een deel van de groeiende vraag naar energie kunnen opvangen. Want veel beleggers desinvesteerden wel in oliemaatschappijen, maar vergaten volop in te investeren in alternatieve energie. Zelfs als er wel volop geïnvesteerd zou worden in alternatieve energie, wordt de totale capaciteitsgroei beperkt door de gebruikte grondstoffen (voornamelijk metalen). Aangezien bij metalen er sprake is van een zo mogelijk nog langere varkenscyclus, duurt het zeker 10 jaar voordat er voldoende capaciteit is om er voor te zorgen dat het aandeel alternatieve energie substantieel stijgt, maar dan moeten we wel vandaag beginnen met investeren.
Om te investeren in alternatieve energie moet de olieprijs (en de andere prijzen van fossiele brandstoffen) omhoog. Dat kan bijvoorbeeld door een CO2-heffing. De prijs voor een ton CO2 ligt nu tegen de 100 euro en dat is bij de huidige relatief hoge gasprijs voldoende om te zorgen dat elektriciteit geproduceerd met gas goedkoper is dan elektriciteit geproduceerd met steenkool. Dat lijkt een wenselijke uitkomst, maar wie de totale levenscyclus overziet, weet dat aardgas dan meer CO2 uitstoot dan steenkool. Alleen al om de kosten van de LNG-infrastructuur terug te verdienen, moeten we decennia gebruik blijven maken van aardgas, terwijl veel steenkolencentrales zonder veel moeite over enkele jaren zijn te sluiten. Verder wordt er bij de productie van LNG veel meer CO2 geproduceerd dan bij de productie van aardgas. Het afkoelen, transport en opwarmen kost veel energie. Ook wil Europa hier geen fracking toestaan vanwege de vervuiling, maar is LNG uit fracking buiten Europa kennelijk geen probleem. Bij elkaar is de CO2-uitstoot van steenkool lager dan die van aardgas.
De olieprijs zal ook stijgen doordat er meer vraag is dan aanbod. De oliemarkt is al vrij krap. In de afgelopen jaren is de Strategische Petroleum Reserve van de Amerikanen sterk gedaald. Het is de verwachting dat ergens rond de 60 dollar voor een vat olie er extra vraag komt om de SPR weer op peil te krijgen. Dat betekent dat 60 dollar een soort bodem is voor de olieprijs. Voor OPEC+ was dit kennelijk niet genoeg, want die kwam verrassend genoeg met een nieuwe productiebeperking. De nieuwe bodem voor OPEC ligt dus kennelijk op 70 dollar voor een vat. De extra productiebeperking gaat om in totaal 1,6 miljoen vaten per dag. Circa 500.000 vaten daarvan zijn van Rusland, maar die kunnen al niet meer door Rusland worden geproduceerd. In totaal ligt de Russische productie al 700.000 vaten per dag. Wat dat betreft, hebben de sancties die betrekking hebben op de apparatuur om olie te winnen succes. De kernlanden van OPEC leveren nu net zoveel als in 2003. Vijf jaar later stond de olie toen op 145 dollar per vat. De olieproductie in de Verenigde Staten staat nog altijd lager dan in 2019. Toen stond olie op 60 dollar nu op 80 dollar. De grote vraag is dus wie de extra vraag naar olie gaat produceren. Dat hoeft eventueel niet als er sprake is van een stevige recessie. Ook zou een hoge olieprijs kunnen zorgen voor substitutie door bijvoorbeeld steenkool. In de afgelopen vijftien jaar heeft de Amerikaanse schalieboom er voor gezorgd dat aan de extra vraag naar olie kon worden voldaan. Dat heeft er voor gezorgd dat de Fed kon overgaan tot kwantitatieve verruiming en heeft daardoor ook de outperformance van Amerikaanse aandelen veroorzaakt. Nu is het omgekeerde het geval. De productie in de VS is de recente piek gepasseerd en de productie in de Permian Basin (Texarabia) loopt terug. Het resultaat: een oplopend tekort op de lopende rekening, een zwakkere dollar en dat terwijl de inflatie is opgelopen. Er is dus een duidelijk risico op een verder stijgende olieprijs. Dat terwijl er een dubbele vloer ligt in de olieprijs. Op circa 70 dollar grijpt de OPEC in en daaronder leggen de Amerikanen een vloer als ze de SPR weer gaan aanvullen.
Abonneer op deze nieuwsbrief via www.aureus.eu/nieuwsbrief
Voor tussentijdse updates, volg Auréus op Linkedin
De besluiten van het Macrocomité van Auréus worden gebruikt voor de invulling van de Actieve portefeuille. In deze portefeuille worden aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen over- of onderwogen en kunnen er actieve keuzes worden gemaakt voor bepaalde sectoren, regio’s, obligaties, looptijden ect. Risicobeperking is een belangrijk onderdeel van de Actieve portefeuille. De Markt/Factor portefeuille wijkt slechts beperkt af van de index (MSCI ACWI IMI). Er is sprake van een structurele allocatie naar vijf factoren om de factorpremie op lange termijn te innen. Daarom worden keuzes van het Macrocomité niet meegenomen. Wel wordt er geherbalanceerd wanneer het portefeuillegewicht 10 procent afwijkt van de neutrale allocatie. De SRI-Impact-portefeuille heeft een focus op duurzame en impactvolle beleggingen/bedrijven, de benchmark voor deze portefeuille is de MSCI ACWI SRI. Om een kern van duurzame SRI-fondsen bevinden zich 6 impactsatellieten. Keuzes gemaakt in het Macrocomité worden voor zover relevant meegenomen in de SRI-Impact-portefeuille. Voor de Individuele Aandelenportefeuille maken wij gebruik van de research en beleggingsfilosofie van Financiële Diensten Amsterdam (FDA). Deze op groei- en kwaliteitsaandelen gerichte research/strategie heeft een allocatie naar Europese en Amerikaanse aandelen. Het doel is de outperformance van de benchmark (MSCI World). Keuzes gemaakt in het Macrocomité ten aanzien van over- of onderwegen van aandelen en obligaties worden meegenomen voor de allocatie in de Individuele Aandelenportefeuille, voor de regio- en de sectorverdeling volgen wij de research van FDA.
Auréus streeft er naar om correcte en actuele informatie te verstrekken afkomstig van betrouwbare bronnen, maar kan de juistheid en volledigheid van de informatie in deze publicatie niet garanderen. Aan deze publicatie kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Auréus aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige directe of gevolgschade voortvloeiende uit het gebruik van deze publicatie of de inhoud ervan. Deze publicatie is niet bedoeld als een aanbod of verzoek tot aan- of verkoop van een financieel instrument en moet evenmin worden beschouwd als een persoonlijk beleggingsadvies, aangezien de inhoud van deze publicatie niet is toegesneden op de individuele (financiële) situatie en doelstellingen van beleggers. Potentiële beleggers worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan beleggen financiële risico’s zijn verbonden. Zij dienen dan ook goed kennis te nemen van de inhoud van relevante informatie over desbetreffende belegging (prospectus, informatiememorandum, essentiële beleggersinformatie, essentiële-informatiedocument etc.) en worden geadviseerd onafhankelijk advies in te winnen om zich een goed oordeel te kunnen vormen over die risico’s en/of deze risico’s passen in/bij hun beleggingsdoelstellingen, financiële situatie, risicoprofiel en risico acceptatie. De waarde van een belegging kan fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers bij verkoop of beëindiging van hun belegging minder terugkrijgen dan hun inleg. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Verwarring over inflatie en markten. Door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne zijn vraag en aanbod verstoord en daarmee ook de cyclus.
Meer lezenDe kans op een recessie in 2024 neemt snel toe en daarvoor zijn ten minste 5 argumenten aan te dragen. Toch hoeft dit geen negatief scenario te zijn voor beleggers.
Meer lezenFamilievermogen over generaties. De vloek van de derde generatie kan voorkomen worden met het achtste wereldwonder.
Meer lezenNieuwe prioriteiten in het post-Corona tijdperk
De versnellende IT-revolutie
De kracht van het verhaal
Oplossingen voor diverse crises met duurzame thema's
In de Auréus podcast van Auréus verkennen we de wereld van beleggen op de beurs, investeren in vastgoe
Plan een oriënterend telefoongesprek