Cross

De ultieme stagflatie-belegging

maart 12, 2023

Bij verschillende macro-economische scenario’s passen ook verschillende beleggingen. De twee belangrijkste variabelen zijn economische groei en inflatie. Alleen in de afgelopen veertig jaar was inflatie laag en ging het dus vooral om meer of minder groei. Als de groeivooruitzichten verbeteren of als de groei hoog was, dan was dit goed voor aandelen en voor bijvoorbeeld de meer risicovolle bedrijfsfinancieringen. In tijden van hoogconjunctuur vallen er immers weinig bedrijven om. Maar op het moment dat de groei tegenviel of laag was dan was dit in het voordeel van obligaties. De kans was groot dat inflatie nog lager uit zou komen of dat er zelfs sprake was van deflatie. Het resultaat van deze ontwikkeling was dat een neutrale portefeuille met reguliere obligaties en aandelen prima presteerde. Door de negatieve correlaties zorgden obligaties bij een waardedaling op de aandelenmarkt voor een buffer in de portefeuille. Daardoor kon met zo’n gebalanceerde portefeuille het rendement van een volledige aandelenportefeuille worden benaderd, maar met de helft van het risico.

Factor-portfolio-for-all-weathers

Nieuw in dit plaatje is dat inflatie fors is gestegen en waarschijnlijk de komende jaren ook nog wel relatief hoog zal blijven. Dat betekent dat er naast aandelen en obligaties moet worden gekeken naar beleggingen die profiteren van een omgeving met hoge inflatie. Nu kunnen aandelen ook prima presteren in een omgeving met hoge groei en hoge inflatie. Bedrijfswinsten zijn immers nominaal. Dat zien we nu terug in de spectaculaire omzetgroei van bedrijven, vooral met dank aan de hoge inflatie. Maar met hogere inflatie komen ook hogere rentes en daar is de aandelenmarkt wel gevoelig voor. Door de gestegen rente is een groot deel van de risicopremie van aandelen bovenop obligaties weggesmolten. Dat is historisch gezien niet uniek, het betekent wel dat beleggen in obligaties op zich weer een alternatief kan zijn. Alleen is de grootste vijand van obligaties inflatie, dus geen voor de hand liggende belegging. Gelukkig zijn er tegenwoordig private beleggingen die wel baat hebben bij een omgeving met hoge groei en hoge inflatie. Dat geldt vooral voor vastgoed, maar wat dat betreft is er veel kaf tussen het koren. Het gaat uiteraard om locatie, maar het vergt ook expertise, in ieder geval niet iets wat een belegger zelf moet doen. Kijk anders maar eens naar de belasting- en vastgoedplannen van het huidige kabinet. Naast vastgoed profiteren ook beleggingen in bijvoorbeeld energie van zo’n scenario. De vraag naar energie stijgt met economische groei en er is meestal geen stijgende inflatie zonder stijgende energieprijzen. Energie zit immers in alles. Bovendien zijn energie-aandelen zo goedkoop dat ze niet gevoelig zijn voor de rente.

Afbeelding1

Voor het scenario van stagnerende groei en oplopende inflatie zijn er maar weinig beleggingsmogelijkheden. Dat komt omdat veel beleggingen uiteindelijk een relatie hebben met de economie en dat daarnaast voor zo’n beetje elke obligatie inflatie dus de grootste vijand is. Er is één uitzondering en dat zijn inflatie-linked obligaties. Dat lijkt ingewikkeld, maar dat is het niet. Het is een obligatie met een vaste coupon, alleen wordt die coupon berekend over de hoofdsom plus de gerealiseerde inflatie. Bovendien krijgt men aan het eind ook de hoofdsom plus de opgerente inflatie over de looptijd afgelost. In de Verenigde Staten is de vergoeding voor tien jaar looptijd nu ongeveer 1,5 procent. Dat betekent dus dat men over tien jaar de garantie heeft dan de koopkracht elk jaar met 1,5 procent is gestegen. Er is geen enkele belegging die zo’n garantie kan geven, afgezien van inflatie-linkers. Dat betekent ook dat dergelijke obligaties zeer geschikt zijn voor pensioenfondsen. Die vinden dergelijke zekerheden als het gaat om de verplichtingen erg prettig. Een pensioenfonds moet immers voortdurend de afweging maken tussen meer rendement of meer zekerheid.

Afbeelding2-4

Dilemma voor een belegger in inflatie-linkers is wel dat pas achteraf de uiteindelijke inflatie wordt afgerekend. Vooraf is de koersontwikkeling van inflatie-linkers afhankelijk van twee variabelen, de ontwikkeling van de reële rente en de ontwikkeling van de inflatieverwachtingen. Voor wat betreft de reële rente is er een lange termijn verband met de reële groeivoet van de economie. Die liggen in elkaars verlengde en met die 1,5 procent vergoeding zit die aan de bovenkant van de bandbreedte. Op het moment dat de reële rente daalt, stijgt de inflatie-linker in waarde.

Afbeelding5

De andere component is de inflatieverwachting. Er blijkt een groot verschil te zijn tussen de inflatieverwachting en de daadwerkelijke inflatie. Allereerst blijken financiële markten inflatie structureel te onderschatten en verder voorspellen inflatieverwachtingen niet de uiteindelijke inflatie. De recente hoge inflatie was vooraf in ieder geval niet zichtbaar in de lange termijn inflatieverwachtingen. Inflatieverwachtingen zijn duidelijk verankerd en pas na meerdere jaren met hogere inflatie beginnen de inflatieverwachtingen ook te stijgen vooral op het moment dat inflatie veel hardnekkiger is dan verwacht. Verder hangen inflatieverwachtingen samen met het vertrouwen in centrale banken. Op moment dat die inflatie te vuur en te zwaard willen bevechten, is de ruimte voor hogere inflatieverwachtingen beperkt. Als daarentegen centrale banken zich meer laten beïnvloeden door politieke of maatschappelijke overwegingen kunnen inflatieverwachtingen snel omhoog. Op dit moment liggen inflatieverwachtingen op lange termijn iets boven de 2 procent. Dat wordt gebaseerd op het verschil in aanvangsrendement tussen inflatie-linkers en normale obligaties met een vergelijkbare looptijd. De zogenaamde break-even is het punt waar het niet uitmaakt welke obligatie je koopt. De huidige inflatieverwachtingen zijn gelijk aan de periode voor de coronapandemie. Dat betekent dat veel lagere inflatieverwachtingen onwaarschijnlijk zijn. In de eerste plaats omdat daarvoor een stevige recessie is vereist en als in zo’n recessie de inflatieverwachtingen dalen tot duidelijk onder de 2 procent, is de kans groot dat centrale banken vinden dat die weer omhoog moet. Centrale bankiers strijden nu dan wel tegen de hoge inflatie, maar hebben nog veel grotere problemen met deflatie. Dat moet tegen elke prijs worden voorkomen. Deflatie is combinatie met hoge schulden zorgt namelijk al snel voor een spiraal richting een economische depressie. Verder wil elke centrale bankier de schuldenlast als percentage van het BBP naar beneden krijgen. Dat kan door hoger reële groei, maar ook door meer inflatie. In zo’n reflatie- of financiële repressie beleid mag de inflatie best boven de 2 procent uitkomen.

Afbeelding4

Op dit moment dreigt voor Europa zo’n stagflatiescenario. De groei is hier niet hoog en er wordt volop geflirt met een recessie. Tegelijkertijd blijkt dat de loonstijgingen hier veel hardnekkiger zijn in de Verenigde Staten. Inmiddels betaalt Europa ook de hoofdprijs op het gebied van energie als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Energie die we dankzij de zwakke euro duur moeten inkopen. Hoge lonen en hoge energieprijzen zijn niet goed voor de concurrentiepositie van Europa. Resultaat is economische stagnatie terwijl de open Europese economie met een steeds zwakkere munt steeds meer inflatie importeert.

Abonneer op deze nieuwsbrief via www.aureus.eu/nieuwsbrief 

Voor tussentijdse updates, volg Auréus op Linkedin


De besluiten van het Macrocomité van Auréus worden gebruikt voor de invulling van de Actieve portefeuille. In deze portefeuille worden aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen over- of onderwogen en kunnen er actieve keuzes worden gemaakt voor bepaalde sectoren, regio’s, obligaties, looptijden ect. Risicobeperking is een belangrijk onderdeel van de Actieve portefeuille. De Markt/Factor portefeuille wijkt slechts beperkt af van de index (MSCI ACWI IMI). Er is sprake van een structurele allocatie naar vijf factoren om de factorpremie op lange termijn te innen. Daarom worden keuzes van het Macrocomité niet meegenomen. Wel wordt er geherbalanceerd wanneer het portefeuillegewicht 10 procent afwijkt van de neutrale allocatie.  De SRI-Impact-portefeuille heeft een focus op duurzame en impactvolle beleggingen/bedrijven, de benchmark voor deze portefeuille is de MSCI ACWI SRI. Om een kern van duurzame SRI-fondsen bevinden zich 6 impactsatellieten. Keuzes gemaakt in het Macrocomité worden voor zover relevant meegenomen in de SRI-Impact-portefeuille. Voor de Individuele Aandelenportefeuille maken wij gebruik van de research en beleggingsfilosofie van Financiële Diensten Amsterdam (FDA). Deze op groei- en kwaliteitsaandelen gerichte research/strategie heeft een allocatie naar Europese en Amerikaanse aandelen. Het doel is de outperformance van de benchmark (MSCI World). Keuzes gemaakt in het Macrocomité ten aanzien van over- of onderwegen van aandelen en obligaties worden meegenomen voor de allocatie in de Individuele Aandelenportefeuille, voor de regio- en de sectorverdeling volgen wij de research van FDA. 

Auréus streeft er naar om correcte en actuele informatie te verstrekken afkomstig van betrouwbare bronnen, maar kan de juistheid en volledigheid van de informatie in deze publicatie niet garanderen. Aan deze publicatie kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Auréus aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige directe of gevolgschade voortvloeiende uit het gebruik van deze publicatie of de inhoud ervan. Deze publicatie is niet bedoeld als een aanbod of verzoek tot aan- of verkoop van een financieel instrument en moet evenmin worden beschouwd als een persoonlijk beleggingsadvies, aangezien de inhoud van deze publicatie niet is toegesneden op de individuele (financiële) situatie en doelstellingen van beleggers. Potentiële beleggers worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan beleggen financiële risico’s zijn verbonden. Zij dienen dan ook goed kennis te nemen van de inhoud van relevante informatie over desbetreffende belegging (prospectus, informatiememorandum, essentiële beleggersinformatie, essentiële-informatiedocument etc.) en worden geadviseerd onafhankelijk advies in te winnen om zich een goed oordeel te kunnen vormen over die risico’s en/of deze risico’s passen in/bij hun beleggingsdoelstellingen, financiële situatie, risicoprofiel en risico acceptatie. De waarde van een belegging kan fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers bij verkoop of beëindiging van hun belegging minder terugkrijgen dan hun inleg. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.

Gerelateerde artikelen

Meer uitdagingen

Meer uitdagingen. Stijgende olieprijzen, stijgende rentes, een discussie over het kredietplafond, stakingen, stagflatie etc. etc.

Meer lezen

Combineer dividend met kwaliteit

Combineer dividend met kwaliteit. Op lange termijn verslaan kwaliteitsbedrijven die dividend uitkeren bedrijven met alleen een hoog dividend.

Meer lezen

Groene krimp

Groene krimp. Biodiversiteit is het nieuwe CO2. Dit leert meteen dat er veel zwaardere maatregelen moeten worden genomen.

Meer lezen

Ontvang nu uw gratis boek

Lees meer over:

Nieuwe prioriteiten in het post-Corona tijdperk

De versnellende IT-revolutie

De kracht van het verhaal

Oplossingen voor diverse crises met duurzame thema's





    Door uw bericht in te sturen bevestigt u dat u akkoord gaat met de opslag en verwerking van uw persoonsgegevens door Auréus, zoals uiteengezet in de
    Privacyverklaring.











      Uw privacy is belangrijk voor ons. Graag willen we u op de hoogte houden van gerelateerde informatie. Mogen we u af en toe een e-mail sturen?


      Koffie?

      In de Auréus podcast van Auréus verkennen we de wereld van beleggen op
      de beurs, investeren in vastgoe

      Plan een oriënterend telefoongesprek






        Door uw bericht in te sturen bevestigt u dat u akkoord gaat met de opslag en verwerking van uw persoonsgegevens door Auréus, zoals uiteengezet in de
        Privacyverklaring.