De verwachtingen ten aanzien van de Chinese economie en de Chinese beurs zijn niet hooggespannen. De Chinese economie heeft te maken met onderbezetting. De jeugdwerkloosheid is zo hoog dat Peking besloten heeft die maar niet meer te rapporteren en ondertussen is er sprake van deflatie. Dat China weer deflatie exporteert, is wellicht goed nieuws voor centrale bankiers in Europa en de Verenigde Staten. Feit blijft dat China de economie meer moet stimuleren. Het gaat vooral om meer consumptie, maar door de aanpak van de vrije marktsector is het lastig om de ‘animal spirits’ tot leven te brengen.
Dat is wel anders in India, het andere grote land op het Aziatische continent. In dat land zorgen de Modi-hervormingen er juist voor dat de informele economie veel meer een formele economie is geworden en dat het juist gemakkelijker is geworden om te ondernemen. Nu was in omvang de economie van India nog niet eens zo lang geleden net zo groot als de Chinese economie en het ontbreekt de Indiërs niet aan ambitie. Modi wil dat de economie van India in 2040 is vervijfvoudigd.
China stimuleert de economie
Het politbureau in Peking komt nu bijna elke week met nieuwe maatregelen om de economie te stimuleren. Tot op heden kregen die vaak het stempel van ‘te weinig, te laat’. Voor Peking oogt het volop stimuleren tegenstrijdig met de doelstelling om niet in de Japanificatie-val te stappen, maar juist daardoor begint China steeds meer op het Japan van de jaren negentig te lijken. Er zijn wel meer landen in Azië die groot zijn geworden met het typische Aziatische groeimodel. Elk land moest op een gegeven moment over van het stimuleren van investeringen en de export naar een meer gebalanceerde economie. In het geval van China gaat dat niet zonder horten of stoten. De groei was voor een belangrijk deel afhankelijk van de vastgoedmarkt en die plek moet nu grotendeels ingenomen worden door bedrijven die profiteren van consumptie. De transitie is niet eenvoudig.
India profiteert geopolitiek
India heeft recent veel meer de wind in de zeilen. Het feit dat de Amerikanen niet langer spreken over hun belangen in Asia-Pacific, maar over de Indo-Pacific zegt eigenlijk al genoeg. Het grote voordeel van India is dat het als neutraal land kan eten van twee walletjes. Zo importeert het land 30 procent goedkopere energie uit Rusland. Olie die ook nog eens mag worden betaald met haar eigen munt, terwijl dat geld in het kader van de Russische boycot in India moet blijven. Rusland is van oudsher veel meer een bondgenoot van India dan van China. India is voor Rusland ook een alternatief om minder afhankelijk te zijn van China. Ook steeds meer bedrijven zijn India – mede door de enorme thuismarkt – als alternatief voor China.
Vertraging Chinese economie raakt Azië
China is allesbehalve een geïsoleerd land. Het feit dat de economische groei dit jaar tegenvalt, wordt ook gevoeld in een land als Zuid-Korea. In juli daalde daar de export het sterkst in drie jaar tijd, vooral omdat er minder chips werden geëxporteerd naar China. De inkoopmanagersindex daalt in Zuid-Korea al 14 maanden op rij, een nieuw record. Ook Japan en Taiwan hebben last van de zwakkere Chinese economie.
Er zijn maar weinig opkomende markten die zo weinig exposure hebben naar de Chinese economie als India. Voor India is de moesson veel belangrijker. Het risico bestaat dat als gevolg van El Nino het regenseizoen tegenvalt, maar tot op heden lijkt de invloed niet zo groot. Bovendien heeft het land jarenlang te maken gehad met recordoogsten en India is tegenwoordig veel beter in staat om al dat voedsel op te slaan en te verdelen. Volgend jaar zijn er verkiezingen in de grootste democratie ter wereld. Ook die democratie met daaraan verbonden de rechtsstaat zorgt voor een positief contrast met China.
Tot slot is India veel meer een exporteur van diensten dan een exporteur van producten. Mogelijk dat India op het gebied van productie wel het laatste lage-lonen-land ter wereld is, maar grote delen van de bevolking zijn goed opgeleid en spreken Engels. Post-corona is het normaal geworden om thuis te werken en opeens maakt het niet meer uit of dat huis 2, 200 of 2000 kilometer van het kantoor staat. India is wat dat betreft klaar voor de volgende globaliseringsgolf.
De kans op een recessie in 2024 neemt snel toe en daarvoor zijn ten minste 5 argumenten aan te dragen. Toch hoeft dit geen negatief scenario te zijn voor beleggers.